Column Martin van Leen. De huid
Preventie van decubitus begint volgens nationale en internationale richtlijnen met drukverlagende maatregelen.
Preventie van decubitus begint volgens nationale en internationale richtlijnen met drukverlagende maatregelen.
Onlangs ben ik voor de vierde keer als operatieassistent naar Afghanistan geweest, om daar gewonde militairen en burgers te helpen. Op de compound in het ziekenhuis werken verpleegkundigen, verzorgers en specialisten van verschillende nationaliteiten samen. Een wondconsulent of wondverpleegkundige vindt men daar niet nodig, want daar zou genoeg expertise zijn op het gebied van wondzorg. Helaas zijn mijn ervaringen anders.
In ons Hospice worden zeer regelmatig bewoners opgenomen met
uitgebreide wonden.
Onze zorgverlening is kwalitatief goed en zelfs zo dat een aantal wonden in het Hospice verbeteren of zelfs sluiten.
‘Zuster! Die oorbellen kunnen echt niet. Ik wil dat u ze uit doet en u zich aan de kledingregels houdt!’ Dát maakte indruk. Ik was net gediplomeerd A-verpleegkundige en dacht mij enige uitspatting te kunnen veroorloven in de vorm van lange oorbellen, die nota bene door het avondhoofd waren gemaakt. De hoofdverpleegkundige vond dus van niet, en ze had uiteraard gelijk.
In samenwerken is het van belang om samen te werken op basis van nevengeschiktheid. Dat klinkt mooi, maar Wilfried Ophij, auteur van vele boeken over samenwerken tussen organisaties, beschreef ooit al eens dat samenwerken op de bühne wordt bevochten en in de coulissen wordt bepaald. Voor de bühne moet je een aantal zaken helder afspreken of zelfs contractueel vastleggen, bijvoorbeeld over het gemeenschappelijk doel. Op de achtergrond gaat samenwerken heel vaak over de klik tussen mensen. Vind ik jou aardig? Gun ik jou deze samenwerking, met andere woorden: de tijd die ik in jou steek. Ik weet hoe dit werkt, want binnen Het Oogzorgnetwerk, waar ik voor werk, gaat dat echt niet anders.
Hij is 62 jaar en komt voor de eerste keer op de wondpoli van ons ziekenhuis: een man van middelbare leeftijd met een forse buikomvang. Uit de anamnese blijkt dat meneer last heeft van het metabool syndroom: naast de diabetes is hij bekend met hypertensie en een te hoog cholesterol. De diabetes mellitus type 2 heeft hij al tien jaar en hij is inmiddels insulineafhankelijk. Gelukkig zijn de bloedsuikers goed gereguleerd. Hij heeft nog nooit eerder een wondje aan de voeten gehad, wel valt hem op dat bij wondjes aan zijn benen het lang duurt voordat ze genezen zijn. Nu komt hij met wonden aan zijn rechter voet.
Met een ik ben er weer de komende winter stapte hij de spreekkamer binnen. Vanaf zijn veertigste had de heer van de Garde* (55) jaarlijks terugkerende ulcera aan zijn rechter hiel, doorgaans opgelopen door tuinwerkzaamheden. De pijnklachten manifesteerden zich veelal van het najaar tot het voorjaar.
Met welke wereld moet ik nu in verbinding blijven, mijn digitale wereld, of richt ik mij voornamelijk op het directe menselijke contact? Is er nu meer kwaliteit gewonnen in de zorg in dit digitale tijdperk of lijden mensen nu juist meer, omdat er minder menselijk contact is?
In BN De Stem d.d. 28 februari 2015 staat dat de PvdA en VVD erkennen dat de machtsbalans tussen zorgverzekeraars en behandelaars scheef is. Echter willen zij hier (nog) niets aan doen. Het CDA roept de Nederlandse Zorgautoriteit op de werkwijze van zorgverzekeraars tegen het licht te houden.
In een zorgkwestie stond de volgende vraag centraal: welke rol speelt de zorgverlener bij de leefstijl van patiënten met diabetes?